Egg or swan?

Ei of zwaan?

That ‘the Ant’ and ‘No 3107’ are known as ‘most copied chairs’ explains the popularity of sympathetic looks. A little higher up the cultural ladder, the London Design Museum put the ‘Egg’ and ‘Swan’ armchairs in the top ‘12 Chairs That Marked International Furniture’.

History

Architect and designer Arne Jacobsen (1902-1971) was at the top of his profession when he designed the Egg and Swan armchairs for the lobby of the SAS hotel in Copenhagen (now Radisson Blu Royal Hotel). In 1960, Jacobsen situated this ultra-modern green-glass block of 22-storey mids in the brick heart of the Danish capital. While the cleanliness of the architecture did not please everyone, most visitors warmed to the modern-yet distinctly Danish interior.

Jacobsen used a lot of wood in the lobby's panelling. Against the straightforwardness of the architecture, he used the round shapes of the Swan and the Egg to delineate private seating areas. Carpets, cutlery, curtains, ashtrays, signage, wine glasses and the furniture; Jacobsen designed everything at the SAS, which has therefore been dubbed the "world's first design hotel

Design value

The double curve is a special feature of chairs by Arne Jacobsen. Inspired by Eames' DCW, he translated the shell of curved plywood into dining chairs 'Ant' (1952) and 'Series 7' (1955), produced by Fritz Hansen.

He later continued the same contour to design the upholstered armchairs Swan and Egg for the interior of the SAS hotel. Both models start from the same idea: to capture modern comfort in one flowing form, without straight lines or corners.

A seat shell made of polytherane foam forms the base over which the upholstery of the Swan and the Egg was drawn. Leather gives the most beautiful expression to the taut contour, but is also the most difficult to work with. So a lot of specialised handwork with a taboo on seams. Upholstering an Egg required two hides; front and back.

Early models had no cushion and there were only visible seams in the seat. A vintage 'Egg' in cognac or black leather, is still the most expensive to buy; around €8,000 on 1stDibs.

How vintage?


These days, you can buy a knock-off for as little as €250; a Chinese imitation, while a new Jacobsen by Fritz Hansen costs between €3100 (Swan) and €5100 (Egg). That higher price range made copying profitable for Italian manufacturers back in the 1980s. Fritz Hansen responded with increasingly sophisticated identifications at the bottom of the seat. After silver foil stickers ('made in denmark', serial number and Fritz Hansen) in the 1960s and 1970s, neat aluminium plates with logo and year of production followed in the 1980s.

Later this was replaced by casting 'Fritz Hansen' into the aluminium along with it. The first models are often the most interesting for collectors and the most expensive in the trade. Between 1963-'67, serial numbers are missing and there are

other clues to determine age and authenticity. An old Fritz Hansen; Swan or Egg stands on a cross base with four legs and a cross-shaped base of brushed aluminium, in one piece. Elegance explains everything at Jacobsen: so five or six feet are fakes and so is a clunky tube.

However

In an 'egg' from the 1980s, a thicker two-piece tube hides a mechanism that allows the chair, operated by a lever on the side, to tilt. That lever must be crooked, otherwise you probably have a fake!

Text: Toon Lauwen, WOTH. Read the original article here.

Voorgeschiedenis

Architect en ontwerper Arne Jacobsen (1902-1971) hoorde tot de top van zijn vak, toen hij de Egg en Swan fauteuils ontwierp voor de lobby van het SAS hotel in Kopenhagen (tegenwoordig Radisson Blu Royal Hotel). In 1960 situeerde Jacobsen dit ultramoderne groen-glazen blok van 22 etagesmidsen in het bakstenen hart van de Deense hoofdstad. Terwijl de cleaneafstandelijkheid van de architectuur niet iedereen beviel, liepen de meeste bezoekers wel warm voor het moderne- maar uitgesproken Deense interieur.

Jacobsen paste veel hout toe in de lambrisering van de lobby.
Tegenover de rechtlijnigheid van de architectuur gebruikte hij de ronde vormen van de Zwaan en het Ei om besloten zitplekken af te bakenen. Tapijten, bestek, gordijnen, asbakken, bewegwijzering, wijnglazen en het meubilair; Jacobsen ontwierp alles aan het SAS, dat daarom als ‘eerste  designhotel ter wereld’ te boek staat

Voorgeschiedenis

Architect en ontwerper Arne Jacobsen (1902-1971) hoorde tot de top van zijn vak, toen hij de Egg en Swan fauteuils ontwierp voor de lobby van het SAS hotel in Kopenhagen (tegenwoordig Radisson Blu Royal Hotel). In 1960 situeerde Jacobsen dit ultramoderne groen-glazen blok van 22 etagesmidsen in het bakstenen hart van de Deense hoofdstad. Terwijl de cleaneafstandelijkheid van de architectuur niet iedereen beviel, liepen de meeste bezoekers wel warm voor het moderne- maar uitgesproken Deense interieur.

Jacobsen paste veel hout toe in de lambrisering van de lobby.
Tegenover de rechtlijnigheid van de architectuur gebruikte hij de ronde vormen van de Zwaan en het Ei om besloten zitplekken af te bakenen. Tapijten, bestek, gordijnen, asbakken, bewegwijzering, wijnglazen en het meubilair; Jacobsen ontwierp alles aan het SAS, dat daarom als ‘eerste  designhotel ter wereld’ te boek staat

Designwaarde

De dubbele curve is een bijzonder kenmerk van stoelen van Arne Jacobsen. Geïnspireerd door de Eames’ DCW vertaalde hij de schelp van gebogen plywood naar eetkamerstoelen ‘Mier’ (1952) en ‘Serie 7’ (1955), geproduceerd door Fritz Hansen.

Later zette hij dezelfde contour door naar het ontwerp van de
gestoffeerde leunstoelen Zwaan en Ei voor het interieur van het SAS hotel. Beide modellen vertrekken vanuit dezelfde gedachte: modern comfort in één vloeiende vorm te vangen, zonder rechte lijnen of hoeken.

Een zitschelp van polytheraan schuim vormt de basis waar de
stoffering van de Zwaan en het Ei over heen werd getrokken. Leer geeft de mooiste uitdrukking aan de gespannen contour, maar is ook het moeilijkst te verwerken. Veel specialistisch handwerk dus met een taboe op naden. Voor de stoffering van een Ei waren twee huiden nodig; voor en achter.

De eerste modellen hadden geen kussen en er waren alleen zichtbare naden in het zitvlak. Een vintage ‘Egg’ in cognac of zwart leer, is nog steeds het meest kostbaar in de aanschaf; rond €8.000 op 1stDibs.

Designwaarde

De dubbele curve is een bijzonder kenmerk van stoelen van Arne Jacobsen. Geïnspireerd door de Eames’ DCW vertaalde hij de schelp van gebogen plywood naar eetkamerstoelen ‘Mier’ (1952) en ‘Serie 7’ (1955), geproduceerd door Fritz Hansen.

Later zette hij dezelfde contour door naar het ontwerp van de
gestoffeerde leunstoelen Zwaan en Ei voor het interieur van het SAS hotel. Beide modellen vertrekken vanuit dezelfde gedachte: modern comfort in één vloeiende vorm te vangen, zonder rechte lijnen of hoeken.

Een zitschelp van polytheraan schuim vormt de basis waar de
stoffering van de Zwaan en het Ei over heen werd getrokken. Leer geeft de mooiste uitdrukking aan de gespannen contour, maar is ook het moeilijkst te verwerken. Veel specialistisch handwerk dus met een taboe op naden. Voor de stoffering van een Ei waren twee huiden nodig; voor en achter.

De eerste modellen hadden geen kussen en er waren alleen zichtbare naden in het zitvlak. Een vintage ‘Egg’ in cognac of zwart leer, is nog steeds het meest kostbaar in de aanschaf; rond €8.000 op 1stDibs.

Hoe vintage?

Tegenwoordig koop je al voor € 250 een ‘knock-off’; een Chinese namakelij, terwijl een nieuwe Jacobsen van Fritz Hansen tussen de € 3100 (Swan) en €5100 (Egg) kost. Die hogere prijsklasse maakte het kopiëren al in de jaren tachtig profijtelijk voor Italiaanse fabrikanten. Fritz Hansen reageerde met steeds gesofisticeerde identificaties onderop de zitting. Na zilveren folie-stickertjes (‘made in denmark’, serienummer en Fritz Hansen) in de jaren zestig en zeventig, volgden nette aluminium plaatjes met logo en jaar van productie in de jaren tachtig.

Later werd dit vervangen door ‘Fritz Hansen’ in het aluminium mee te gieten. De eerste modellen zijn vaak het meest interessant voor verzamelaars en het duurst in de handel. Tussen 1963-‘67 ontbreken serienummers en zijn er

andere aanwijzingen om de leeftijd en echtheid te bepalen. Een oude Fritz Hansen; Zwaan of Ei staat op een kruisvoet met vier poten en een kruislings gevormde basis van geborsteld aluminium, uit één stuk. Elegantie verklaart alles bij Jacobsen: vijf of zes voeten zijn dus namaak en een lompe buis ook.

Hoe vintage?

Tegenwoordig koop je al voor € 250 een ‘knock-off’; een Chinese namakelij, terwijl een nieuwe Jacobsen van Fritz Hansen tussen de € 3100 (Swan) en €5100 (Egg) kost. Die hogere prijsklasse maakte het kopiëren al in de jaren tachtig profijtelijk voor Italiaanse fabrikanten. Fritz Hansen reageerde met steeds gesofisticeerde identificaties onderop de zitting. Na zilveren folie-stickertjes (‘made in denmark’, serienummer en Fritz Hansen) in de jaren zestig en zeventig, volgden nette aluminium plaatjes met logo en jaar van productie in de jaren tachtig.

Later werd dit vervangen door ‘Fritz Hansen’ in het aluminium mee te gieten. De eerste modellen zijn vaak het meest interessant voor verzamelaars en het duurst in de handel. Tussen 1963-‘67 ontbreken serienummers en zijn er

andere aanwijzingen om de leeftijd en echtheid te bepalen. Een oude Fritz Hansen; Zwaan of Ei staat op een kruisvoet met vier poten en een kruislings gevormde basis van geborsteld aluminium, uit één stuk. Elegantie verklaart alles bij Jacobsen: vijf of zes voeten zijn dus namaak en een lompe buis ook.

FAQ

Veel gestelde vragen over het (her-)bekleden van een Fritz Hansen Egg chair

Offerte

Vraag hier een vrijblijvende offerte aan